Vrijesectorwoningen hebben een huurprijs vanaf € 900,07 (2025). Deze woningen zijn voor woningzoekende met een hoger inkomen die niet in aanmerking komen voor de sociale huur. Voor vrije sectorwoningen kunt u geen huurtoeslag aanvragen.
Ons aanbod vindt u op Woninget. Om te kunnen reageren op een vrijesectorwoning via WoningNet heeft u een inschrijving nodig bij WoningNet. Zoekt en reageert u alleen op vrijesectorwoningen? Dan betaalt u geen inschrijfkosten.
Voor vrijesectorwoningen gelden andere toelatingsregels dan bij sociale huurwoningen. Wel stelt ZVH een inkomenseis. ZVH wil hiermee voorkomen dat iemand een woning accepteert die zijn of haar financiële draagkracht te boven gaat en hierdoor in de (financiële) problemen kan raken.
Bij de toewijzing van onze vrijesectorwoningen hanteren wij de voorrangsregels in deze volgorde:
Een corporatie kan besluiten tot het niet toewijzen van een huurovereenkomst. Dit is een overzicht van redenen van niet toewijzen.
Meer informatie over de vrijesectorwoningen vindt u ook op de website van Woningnet,
De afgelopen jaren is niet altijd op dezelfde manier vastgelegd of een woning sociaal of vrije sector was.
Het gaat erom, wat de huurprijs was op het moment dat de huurovereenkomst begon. En of dat bedrag destijds sociaal of vrije sector was.
Alle contracten ouder dan 1989 gelden ook als sociaal omdat vrije sector toen nog niet bestond. Het kan daardoor gebeuren dat een woning eerst wel, en nu niet als sociaal of vrije sector staat genoteerd. Of omgekeerd.
U huurt een vrijesectorhuurwoning als u een zelfstandige woning huurt (vanaf 1 juli 1989 of later) en de kale huurprijs op de ingangsdatum van uw huurcontract hoger was dan de toenmalige liberalisatiegrens.
Is uw huurcontract voor uw zelfstandige woning op of na 1 juli 2024 ingegaan? Dan huurt u een vrijesectorwoning als:
Op de website van de Rijksoverheid staat een duidelijk schema waarmee u zelf kunt nagaan of u in een sociale huurwoning of een vrijesectorwoning woont.
Bij vrijesectorwoningen (woning meer dan 186 punten) mag een verhuurder/woningcorporatie zelf de huurprijs bepalen.
De huurprijs mag eens in de 12 maanden worden verhoogd. Er geldt een maximum aan de jaarlijkse huurverhoging. Een tussentijdse huurverhoging na verbetering van de woning is toegestaan.
De huur bestaat in de meeste gevallen uit twee delen; de netto huur en de servicekosten. Samen is dit de bruto huur.
De netto huur is de kale huur; de prijs die u betaalt voor de woonruimte. Boven de netto huur betalen sommige huurders servicekosten, zoals bijvoorbeeld schoonmaak- en of energiekosten voor gemeenschappelijke ruimten en kosten voor huismeester.
Kortom: netto huur + servicekosten = bruto huur.
Rekenhuur is een term uit de Huursubsidiewet. Het is de kale huur plus enkele subsidiabele servicekosten zoals lift, verlichting, schoonmaakkosten, huismeester en gemeenschappelijke ruimten.
De huurliberalisatiegrens is de sociale huurgrens. De huurliberalisatiegrens bepaalt of u een sociale-huurwoning bewoont of een woning in de vrije sector. Was de huurprijs bij de start van de huurovereenkomst lager dan of gelijk aan de toen geldende huurliberalisatiegrens? Dan heeft u een sociale-huurwoning. Was de aanvangshuurprijs hoger? Dan heeft u een geliberaliseerde (vrije-sector)woning.
Meer informatie vindt u op de website van de Rijksoverheid.